Here's another blogpost, sooner than I expected. This time it's about my experiences in the local university hospital Mater Dei. I had been there before and in 2019 even spent a night there.
Unfortunately my cardiac rhythm disorder acted up again. So much that neither of us wanted to let the night pass before getting medical advise. As far as we knew then, Mater Dei was the only hospital to get a read-out of my pacemaker. So that's where we went, to the A&E department.
Contrary to last time I packed an overnight bag just in case. A sweet friend was kind enough to take us to Mater Dei where we arrived at approximately half past ten PM. Fortunately the worst effects had faded away by then.
After we registered at the reception desk we sat in the waiting room. It was very busy and after an hour and a half we ended up with the triagist. Meanwhile we had seen als sorts of patients come and go. Some were in beds, some were groaning with pain, some were sitting in chairs, by themselves or surrounded by family.
There were two active triagists who were very busy with other things as well. People needed a bucket to throw up, or needed a bedpan or they needed to take blood pressure if somebody started passing out. Sometimes they were needed to help people in wheelchairs to the toilet. Between all these activities they screened patients to see if further examinations were required. We could imagine them being totally wasted after such a busy shift and would also want a raise.
We couldn't figure out what prioritising tool they were using. They did use one though, because when we were called to an examination room around 1:30 AM there were still people in the waiting room who had been there before we arrived. And then there were those who got tired of waiting and decided to leave before it was their turn.
Once in the examination room a whole bunch of medical staff came by. Not many took the time to introduce themselves. The doctors were recognizable by their stethoscopes. After answering a lot of questions, drawing some blood and performing the inevitable Covid-test, they decided to keep me there for the night for further observation.
I also needed to have an X-ray made. Before that I got an I.V. needle in my right arm. Not a problem per se but it was in my elbow of my dominant arm. So when I needed to take of my shirt for the X-ray, it was kind of a hassle. But with some instructions from the nurses I managed.
After that I need to wait for a bed to be available. Meanwhile I was half asleep, but by six AM an elderly lady took me to a ward in a wheelchair. I suggested that I could walk there, but she wouldn't have it. I sent hubby home an hour and a half earlier to try to get some sleep after a rather hectic day. While the lady pushed the wheelchair I asked which ward I would be in. It turned out to be the cardio medical ward.
My hope of catching some sleep was shattered the moment I got to the ward, where breakfast was being served. I myself was being provided with a mobile hart monitor and they took my blood pressure once more. By that time my roommate had put on the Maltese newscasts. No rest for the weary....
Sneller dan gedacht weer een blog. Dit keer over mijn belevenissen in het locale academisch ziekenhuis, Mater Dei, moeder Gods. Ik heb daar al eerdere ervaringen opgedaan, en in 2019 zelfs een nachtje overnacht.
Helaas speelde mijn ritmestoornis weer op. Zodanig dat we allebei de nacht niet wilden ingaan zonder een medische blik. Omdat voor zover wij wisten alleen het Mater Dei mijn pacemaker kon uitlezen, zat er niets anders op dan naar de eerste hulp van dit ziekenhuis te gaan.
In tegenstelling tot de vorige keer, was ik nu al zover dat ik een tas ingepakt had voor het geval dat. Een vriendin was zo lief om ons naar de accident and emergency unit te brengen. Daar arriveerde we rond een uur of half elf in de avond. Inmiddels waren mijn hartkloppingen gelukkig gestopt.
Na ons aangemeld te hebben, begon het lange wachten.
Het was druk en na een klein anderhalf uur kwamen we bij een triage zuster terecht. Ondertussen hadden we al een bonte stoet aan patiënten zien gaan en komen. Sommige lagen op een bed, al dan niet te kreunen , anderen zaten of lagen op stoelen, alleen of met de halve familie eromheen.
Er waren twee triagezusters, die voortdurend heen en weer renden; dan had iemand een emmer of een po nodig of moest acuut de bloeddruk opgemeten worden als het niet goed met die persoon ging. Ook waren ze soms nodig in de toiletten, om iemand in een rolstoel te zetten bijvoorbeeld. En tussendoor zagen ze dan patiënten die ze al of niet moesten doorverwijzen voor verder onderzoek. We konden ons voorstellen dat zij bekaf waren na een dienst. Of meer loon zouden eisen.
Een duidelijk systeem wie voorrang krijgt voor die vervolgonderzoeken konden we niet ontdekken. Het was er wel, want toen we rond 1.30 uur in de nacht opgeroepen werden om naar een onderzoekskamer te gaan, bevonden zich er nog mensen in de wachtkamer, die er al zaten voordat wij arriveerden. Ook waren er mensen, die, het wachten beu, al vertrokken waren voordat ze aan de beurt kwamen.
Eenmaal in de onderzoeksruimte kwam er een stoet hulpverleners op ons af. Bijna niemand stelde zich voor. De artsen waren wel duidelijk herkenbaar door de overbekende stethoscoop. Na beantwoording van vele vragen, afnemen van bloed en de onvermijdelijke coronatest, werd er besloten dat ik ter observatie opgenomen zou worden.
Er moest ook nog een borstfoto gemaakt worden. Dit nadat ik net een infuusnaald in mijn rechterarm had gekregen. Op zich niet zo erg, zult U denken, maar die naald zat in mijn elleboog en het was mijn dominante arm. Dus eenmaal in de röntgenkamer was het de vraag hoe ik mijn shirtje uit moest krijgen. Enfin, met wat aanwijzingen van de laborante lukte het.
Daarna was het wachten op een vrijkomend bed. Inmiddels half in slaap gesukkeld, werd ik pas tegen zessen in de ochtend opgehaald door een oudere dame, die me in een rolstoel naar een afdeling bracht. Mijn voorstel om mee te lopen werd resoluut afgewimpeld. Manlief had ik al eerder naar huis gestuurd om nog wat proberen te slapen, na de toch wel heftige dag. Terwijl ze zwaar hijgend me voortduwde, vroeg ik haar naar welke afdeling ik zou gaan. Het bleek de cardio medical ward te zijn.
Mijn hoop om nog wat slaap te pakken werd onmiddellijk de grond ingeboord toen ik op de afdeling aankwam. Mijn zaalgenoot zat al aan het ontbijt en ik kreeg direct een hart monitor aangereikt en de bloeddruk werd nogmaals opgemeten. Een kwartiertje later begon mijn kamergenoot naar het Maltese nieuws te luisteren. Hoezo rust?
Reactie schrijven